Humor in de politiek
Zaterdag was het 1 april. Op die dag houden wij mensen voor de gek. De oudste 1 april grappen dateren uit de zestiende eeuw. Toen stuurde de baas zijn knecht op pad voor iets wat niet bestaat, zoals een kilo muggentongetjes. Het is ontstaan omdat mensen door het harde werken op het land behoefte hadden aan plagen en lachen.
Humor is erg belangrijk. Het kan je even vrijmaken van zorgen. Humor in de politiek bestaat ook en is nodig en wordt gewaardeerd. Dat is overigens niet altijd zo geweest: pas in de loop van de twintigste eeuw werd humor een gewaardeerd concept. Grote denkers moesten er niets van hebben. Plato bijvoorbeeld wilde juist dat de bestuurders van zijn ideale staat leerden om niet te lachen. Dus mocht deze blog geen glimlach op uw gezicht toveren, dan bevindt u zich in goed gezelschap.
De Nederlandse bevolking vindt humor in de politiek best belangrijk, bleek uit onderzoek van Comedy Central in 2010. Zestig procent van alle Nederlanders vindt dat humor een belangrijkere rol moet krijgen binnen de politiek. Vijfenvijftig procent is van mening dat er niet voldoende humor in de debatten zit en bijna de helft van Nederland geeft aan meer aandacht voor politiek te hebben als er meer humor in de politiek zou zitten. Humor dus om de kloof tussen politiek en burger te slechten.
Humor als wapen
Humor heeft verschillende functies. Het kan bruggen slaan. Zo verklaarde VVD'er Hans Wiegel achter de Kamergordijnen veel te hebben gelachen met de communist Marcus Bakker, die zijn politieke tegenstander was. Het kan ook de spanning wegnemen na een heftig debat, of juist worden ingezet als een belangrijk wapen in de strijd tegen de politieke tegenstander. PVV-leider Geert Wilders bijvoorbeeld gebruikt vaak humor om zijn opponenten neer te sabelen. Volgens sommigen kan humor het beste worden gepareerd met humor. Alexander Pechtold deed dit en ook de oud-fractievoorzitter van GroenLinks Femke Halsema bestreed Wilders soms met zijn eigen wapens (formatie Rutte I).
Tenenkrommende humor
Wie humor wil inzetten als wapen, moet er wel het talent voor bezitten. Verkeerd ingezette humor kan tenenkrommend worden. De altijd goedlachse oud-minister van Financiën Gerrit Zalm deed de Kamer eens in lachen uitbarsten door luidkeels te roepen een aangenomen motie niet te zullen uitvoeren. Dat gebeurde in de nacht voor het zomerreces, toen de Tweede Kamer door het lange vergaderen en door de regelmatig uitvallende geluidsinstallatie in een melige stemming was. Toenmalig Kamervoorzitter Piet Bukman was not amused: "Dit werd een grap, terwijl het helemaal geen grap hoorde te worden. Mijn tenen zaten me enigszins krom in de schoenen. Ik had er de schurft in." (ANP, 12 jan. 1998)
Onschuldige humor
Zeker in een omgeving waar een grote werkdruk heerst, waar veel en lang vergaderd wordt, ligt de meligheid en de slappe lach op de loer. De slappe lach van Kamervoorzitter Gerdi Verbeet of het ‘huwelijksaanzoek' van Halsema zijn daar mooie voorbeelden van. De lach is dan in staat om emoties op te heffen. Het kan tijdens verhitte en emotionele maatschappelijke en politieke discussies de hete hoofden wat laten relativeren en afkoelen. De mogelijkheid om fundamentele debatten te voeren zonder gespannen sfeer is een groot goed.
Humor is van niemand en van iedereen
Vanuit onze christelijke visie op de werkelijkheid hopen we ontspanning (het hangt allemaal niet van ons af) en zelfrelativering (het gaat niet om mij, om de boodschap) in de politiek te brengen.
Humor in de politiek bestaat en is nodig!
Ageet van Dijken