Nijhoff: Soms moet de overheid even haar keel schrapen

donderdag 28 februari 2008 14:40

Daar ging weer een deel van uw belastinggeld: naar de vertoning van Deep Throat door de Publieke Omroep (BNN en VPRO). Progressief? Mwa. Bloot is overal verkrijgbaar.

Geen paus die het tegen kan houden. Daarom is voor de Publieke Omroep het debat belangrijker of het maatschappelijk bijzonder relevant is om erotisch gebruik van vrouwen (en mannen) te stimuleren in een toch al tamelijk gepornificeerde samenleving. Voor dat debat hoef je overigens niet porno zelf uit te zenden, ‘zodat de jongeren zich er een oordeel over kunnen vormen’. Ja, ja. Maar de overheid - wat moet de overheid nu met dit in- en uitgepraat?

 

Een deel van de ChristenUnie-achterban ziet het Deep Throat-debat als de gelegenheid om het weer eens duidelijk te zeggen: God wil geen porno. Goed, bij deze dan. En nu? Moet ik nu het misverstand gaan bestrijden dat seks toch ook voor christenen niet iets vies is? (Het is na misbruik dat dat vaak wel zo voelt...) Toegegeven, vooral sinds Augustinus is seks in een kwaad daglicht gekomen, maar hoeveel Augustinus ook schreef, hij leverde niet ‘het Boek’ voor christenen. Daarvoor moet je bij de Bijbel zelf zijn. Bij Hooglied bijvoorbeeld. Tamelijk expliciet, zou ik zeggen.

En nu? Seks is OK, porno niet. Bloot is OK, maar niet op straat. Seks is geen taboe, maar ook niet vanzelfsprekend. Leg je kinderen voor de aardigheid eens uit dat er mensen bestaan die denken dat er een verband is tussen seks en trouw. Geen consumptieartikel dus – ongeacht je huidskleur, en ook niet op Aruba.

 

Want aan seks zit een iemand vast. En de vraag is of die iemand voor jou bestemd is, of die iemand voor jou bestemd wil zijn. Maar ja, wat moet de overheid nu met zo’n visie die de ChristenUnie – naast allerlei anderen – probeert  te ventileren? Op straat doet de overheid al iets: potloodventers worden beboet. Hoe zit dat nu met uitzendingen van de Publieke Omroep? Liggen die nu ‘op straat’? Of staat de TV in de privé-sfeer thuis, die de overheid moet respecteren. Beide. En omdat de overheid niet onnodig in de privé-sfeer moet ingrijpen, ligt het voor de hand om aan de kant van de uitzenders te beginnen.

 

Gelukkig: ook omroeporganisaties hebben juridische bewaking tegen een overijverige overheid. De omroepvrijheid. Dus geen censuur vooraf (terloopse vraag: was in dit geval werkelijk sprake van een verbod ‘vooraf’ als de inhoud van de film al bekend is??). Maar wat dan wel? Zelfcensuur? Die term ademt de afkeer van censuur. Je kunt ook gewoon zeggen dat in elke volwassen branche geaccepteerd en niet geaccepteerd gedrag bestaat. Durf daar dan ook volwassen over te communiceren, zelfs in de mediabranche. Alleen, mensen die zichzelf graag zien en horen praten, communiceren niet gemakkelijk in termen van mogelijke zelfcorrectie. Misschien is de mediasector wel onveilig: je wordt zomaar publiek weggezet als achterlijke babyboomer of nog meer achterlijke blauwkous.

 

In het bedrijfsleven houdt men van heldere afspraken. Wanneer, wat en hoe, zwart op wit. Vandaar dat ook de ChristenUnie niet wil blijven zweveren  over zelfreinigend vermogen van de mediasector, enzovoort. De primaire insteek is en blijft: ‘soevereiniteit in eigen kring’ – en daarmee is en blijft zelfregulering primair. Maar juist daarom wordt het tijd dat de overheid deze zelfregulering activeert. Hoe? Bijvoorbeeld door binnen een bepaalde termijn een eerste versie van een mediacode te verwachten. Of moet het Commissariaat voor de Media zelf met eentje komen? De overheid moet in elk geval even haar keel schrapen, of de minister de zijne: Mediadames en -heren, gebeurt er nog iets?

Uiteraard zit het niet in de mediacode. Zoals de kwaliteit van het onderwijs niet zit in de detectiepoortjes. Waar ga je voor? Daar gaat het om. Mentaliteit. Niet te sturen door de overheid. Dus toch weer die zelfcorrectie. De overheid kan iets, maar niet alles. Partnerschap. Maar daarvoor moeten beide partijen willen.

Rob Nijhoff

« Terug

Plaats het eerste bericht!

Nieuw bericht