Varen op zicht

Jan Steven maandagmiddag.jpgmaandag 13 juli 2020 12:00

Corona en het klimaat. Hoe verder we in de pandemie komen, hoe duidelijker de parallellen worden tussen beiden: de ontwikkeling van de pandemie en de aanpak ervan zijn een compacte weergave van onze omgang met klimaatverandering.  

Net als de zorgen over klimaatverandering, begon ook het Corona-virus als een “ver van ons bed show”: we keken met verbazing naar de taferelen in China, waar een nieuwe Sars-epidemie geboren leek. Die verbazing werd nog groter toen duidelijk werd hoe deze epidemie (alsnog) werd aangepakt. Hele steden afgesloten van de buitenwereld en burgers die gedwongen thuis moesten blijven. Zulke maatregelen konden toch alleen in een totalitaire staat als China?

Slechts enkele maanden later kwam het virus met een uitbraak in Noord-Italië ineens onrustbarend dichtbij. Al snel volgde ook daar de rigoureuze aanpak: “lockdowns” werden gemeengoed en toen medio maart ook Nederlanders opgeroepen werden zoveel mogelijk thuis te blijven, was er vrijwel niemand die het belang van de maatregelen in twijfel trok. Ziekenhuizen stroomden vol en in de verpleeghuizen hield het virus ongenadig huis. “Samen tegen Corona” was niet meer dan logisch.

Bewustwording van klimaatverandering en overtuiging van de menselijke invloed daarop ontstond decennia geleden. Lange tijd was dit het domein van milieugroeperingen en andere overtuigde eco-fanaten. De laatste 15 jaar is het bewustzijn breed ingedaald en is ook een grote meerderheid van de bevolking van Nederland overtuigd van de noodzaak om de problematiek aan te pakken.

Zeker in het begin van de Corona-crisis werd de aanpak en ook de communicatie van onder andere premier Rutte gekenmerkt door een verfrissende eerlijkheid: “we varen op zicht”; er is veel dat we niet weten, we doen wat we kunnen.

“Varen op zicht”: dat is waar de vergelijking tussen klimaat en Corona mank loopt. De communicatie rond de klimaataanpak is immers allerminst doorspekt met verfrissende twijfel. Een rotsvast vertrouwen en een stellig belijden lijken hier meer van toepassing. En dat terwijl het debacle rond biomassa (het geloof daarin is inmiddels ook voor de ChristenUnie verleden tijd) toch een opvallende vergelijking toont met de overhaaste sluiting van basisscholen.

Juist voor de ChristenUnie zou wat meer twijfel verfrissend zijn. Zeker op het klimaatdossier. Hoeveel “wetenschappelijke consensus” er ook moge zijn: verdient niet juist de van zijn eigen gelijk overtuigde wetenschap(per) een gezonde dosis wantrouwen? “Varen op zicht”; het lijkt me een mooie titel voor ons nieuwe verkiezingsprogramma.

Jan Steven Eilander is lid van ChristenUnie-fractie in Amersfoort, ambtenaar in Zeist en radionerd in Nijkerk.

Elke maandagmiddag verschijnt op deze plek een nieuwe column van één van onze columnisten. Vorige week schreef Bas de Groot de column 'Lijsttrekkerverkiezing'. Dit is de laatste column voor de zomerstop. We zijn terug op maandag 31 augustus. Goede zomer gewenst!

« Terug