Politiek volgen als relatieve buitenstaander
Zo! Dat was de laatste, of eeuhh.. nee, de eerste. De laatste keer dat dit college verantwoording aflegde over het gevoerde beleid. Volgend jaar zijn de verkiezingen geweest en dan zullen, indachtig de huidige peilingen, de verhoudingen anders worden. Het was de eerste keer dat deze verantwoording in plaats van voortgangsnota, voorjaarsnota werd genoemd. Door omstandigheden werd de voorjaarsnota pas in de zomer behandeld. En om even in de ‘weertermen’ te blijven, er is zwaar weer op komst. Herfst. Donkere tijden breken aan. De gevolgen van de crisis worden ook op het niveau van de gemeente, steeds zichtbaarder. Er is gewoon minder te besteden! En dus heeft het college een pakket aan maatregelen uitgedacht. Maar liefst 2,8 miljoen euro kan bezuinigd worden door gewoon een strakkere en betere bedrijfsvoering op te zetten. Waar een crisis al niet goed voor is….
Als je minder geld hebt, betekent dat automatisch ook dat je minder kunt uitgeven. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Als je keuzes maakt kun je het ene wel doen en het andere dus niet (of minder). Vandaag, tijdens de behandeling van de voorjaarsnota, bleek dat men het over één ding wel eens is in de raad en dat is dat er op onderwijs niet bezuinigd mag worden. De raad toonde zich kritisch tegenover de huidige lijn die wordt gevoerd door wethouder Kuin. Er is veel aandacht voor grote projecten en sportzaken, maar aandacht voor fatsoenlijke huisvesting voor de kinderen op de scholen is er gewoon te weinig. En om dan maar in de schoolretoriek te blijven: ‘huppah Kuin, geen huiswerk gemaakt, nablijven en overdoen!’. Je kunt het niet maken om Vincent van Gogh en Dr. Nassau (twee middelbare scholen) nu met een kluitje in het riet te sturen. Datzelfde geldt voor de huisvesting van een aantal basisscholen. Kinderen moet je niet een schooljaar lang opsluiten in barrakken en lesgeven in een temperatuur van 29 graden. Dat moet je als bestuurder helemaal niet willen. Daarbij komen de geluiden vanuit het veld over de slechte communicatie. Ook dat moet stoppen. Voor de oppositie was dat reden om een motie van afkeuring in te dienen, die het overigens net niet haalde. Kortom, er is nog even flink werk aan de winkel. Daar waren de raadsleden het roerend over eens. Gelukkig nam het college het signaal serieus. Er zullen nieuwe plannen worden ontwikkeld voor de VO scholen en met de basisscholen zullen eveneens nieuwe afspraken worden gemaakt.
Tja, en wat komt er dan nog meer voorbij tijdens zo’n voorjaarsnota? Nou bijvoorbeeld de huisvesting van de bibliotheek in de wijken, de brandweerkazernes, bezuinigingen op wijkgebouwen enz. Iedere partij legt in haar bijdrage weer andere accenten.
Maar wat valt er nu concreet op als je als, wel enigszins beïnvloede, publieke-tribune-klant deze vergadering aanschouwt? Of wat valt je nu op als je al meerdere vergaderingen hebt meegemaakt? Mij valt op dat de mores van het huis vooral monistisch zijn. De raad en het college (en wellicht de collegepartijen in het bijzonder) hebben een relatie die ik (vanuit mijn positie) niet zou willen kenschetsen als duaal. Van verschillende scholen komen berichten binnen over de vreselijk moeilijke communicatie met de wethouder. Uit alle bijdrages van de fracties blijkt een soort van ontevredenheid met het beleid van het college. Wat gebeurt er? Het college komt ermee weg. Natuurlijk is het begrotingstechnisch allemaal wel uit te leggen dat je wel een flinke wielerbaan bouwt en kinderen naar school laat gaan in barakken, maar ouders van kinderen die in die barakken naar school gaan snappen daar natuurlijk niets van.
Werp ik mij nu op als een populist? Alsjeblieft niet. Maar ik zou er wel veel voor voelen om de spanning tussen raad en college terug te brengen in het debat. In plaats van verticaal met elkaar de discussie aangaan horizontaal discussiëren. De raad zal meer gezamenlijk moeten optrekken en de controlerol op zich moeten nemen. Nog duidelijker aangeven welke grenzen ze stelt, zonder te vervallen in oeverloze discussies over de invulling van die grenzen. Op welke manier dat zou moeten? Wat mij betreft beginnen we ermee door bij opiniërende vergaderingen geen collegeleden meer aanwezig te laten zijn (als participant). De opiniërende besprekingen zijn er voor het vaststellen van de kaders van de raad. Opiniërende vergaderingen zijn de vergaderingen waarin de raad haar kaders bepaalt die ze gaat opleggen aan het college. De discussie tijdens deze opiniërende vergadering zal gaan over de kaders en gaat tussen de raadsfracties. Het doel is dan om een meerderheid te verkrijgen die de kaders vaststelt. Op die manier zullen uiteindelijk de verschillen tussen de fracties duidelijker worden en de fracties zullen daardoor een veel meer eigen gezicht krijgen. Het idee van een partijpolitieke verhouding tussen fractie en wethouder moet en zal daardoor langzamerhand verdwijnen. Laten we alsjeblieft zorgen dat we in Assen fracties met smoel houden. Dat laatste is wat mij betreft echt een oproep ook aan de collegepartijen. Laat zien waar je voor staat, neem dat mee in discussies over de kaderstellende activiteiten voor het college en controleer vervolgens of het college opereert binnen die kaders. Laat je lot en je meningsvorming niet afhangen van collegevoorstellen en programmabegrotingen, maar maak je druk om de kaderstelling met je raadscollega’s. Dan komt het debat in de raadszaal weer terug en wordt het ‘spel’ weer wat politieker. Dan worden opiniërende vergaderingen geen beraadslagingen waarin iedereen zijn mening op een hoop gooit, maar dan zal het gaan om meningsuitwisseling, standpuntenbepaling om zo een meerderheid te vormen in de kaders die je gaat stellen en op gaat leggen aan het college. In die meningsuitwisseling zal de tweedeling tussen coalitie en oppositie verdwijnen.
Wat zal dan het gevolg zijn? Meer spanning in de raadszaal, de raad zal sneller en concreter het college kunnen aanspreken op haar activiteiten en de politiek zal makkelijker uit te leggen zijn aan de inwoners van Assen. Inwoners zullen dan weer begrijpen waarom ze op welke partij stemmen. Ik was het helemaal eens met de analyse van GroenLinksfractievoorzitter Meijer, die aangaf dat transparantie in het bestuur hét middel is tegen de populisten als Wilders en Verdonk. Ik ben benieuwd wat we van die transparantie in Assen terug gaan zien.
De voorjaarsnota werd aangenomen en het college kan verder. Er zijn goede dingen gedaan in deze collegeperiode. Hier en daar kan het gewoon beter. Dat is eigenlijk ook logisch. Volmaakt zal het immers nooit worden. De ChristenUniefractie sloot de bijdrage aan de voorjaarsnota af met een treffend citaat van Calvijn: “Je kunt alleen dat deel van je geld tegen rente uitlenen, dat je overhoudt nadat je het nodige hebt gegeven aan de liefdadigheid. En aan arme mensen moet je geld géven en geen rente eisen. Als je geld uitleent, neem dan de regel van Christus in acht: behandel anderen zoals u wilt dat zij u behandelen.” Kijk, dat is nu een teken van het hebben van smoel. Dat zijn nu kaders. Laten we het daarover nog maar eens vaker hebben!