Column: Provincie en burger
Hoeveel Nederlanders zullen zich nu al bezig houden met de verkiezingen voor de Provinciale Staten (PS) in maart 2003? Welke burgers zullen tegen die tijd de moeite nemen om te gaan stemmen? Bij de laatste provinciale verkiezingen kwam nog niet eens de helft van de kiezers opdagen (45,5%). Zal de provinciale politiek dit keer in staat zijn de kiezers te overtuigen en uit te dagen om te gaan stemmen? Een nog lager percentage dan de vorige keer zal nog meer vraagtekens oproepen bij de legitimiteit van de provincies en indirect - omdat de PS de Eerste Kamer kiezen – ook bij de legitimiteit van de Eerste Kamer.
Ik stel voor, dat we de PS voortaan laten kiezen door de gemeenteraden. Dus: de burgers kiezen hun gemeenteraadsleden, die raadsleden kiezen de PS en die statenleden kiezen dan vervolgens weer de Eerste Kamer.
De voordelen zijn legio:
- De burger gaat liever naar de stembus voor een lokaal referendum dan voor zoiets onzichtbaars als de PS. En dat via de PS indirect ook de Eerste Kamer gekozen wordt, interesseert bijna niemand. Dus: gebruik de stembus voor iets anders!;
- Zo zijn we af van een zorgenkindje onder de verkiezingen (nu moeten we alleen nog iets verzinnen voor de Europese verkiezingen …) en zo geven we de gemeenteraadsverkiezingen juist een impuls;
- Als de PS door de gemeenteraden gekozen gaan worden, worden de gemeenteraadsverkiezingen veel belangrijker en zullen die laatste hogere opkomstpercentages krijgen. De gemeenteraadsverkiezingen en de landelijke verkiezingen moeten dan alleen niet in hetzelfde jaar vallen. Idealiter zouden er om de twee jaar grote verkiezingen moeten zijn. Men zegt dan vaak, dat dat niet te regelen valt, omdat het niet vast te leggen zou zijn hoe lang een kabinet in het zadel zit. Maar waarom kan het voor gemeente, provincie en Europa wel vastgelegd worden en voor de Tweede Kamer niet?;
- Indirect wordt de samenstelling van de Eerste Kamer dan bepaald door de gemeenteraadsverkiezingen. Dat komt de verworteling van de Eerste Kamer in de samenleving alleen maar ten goede en geeft een nieuwe impuls aan de checks and balances tussen Eerste en Tweede Kamer;
- Gegarandeerd zullen lokale problemen sterker gaan doorklinken op provinciaal niveau. Het zou het belang van gemeenten doen toenemen en tegemoet komen aan de eis van decentralisatie en 'goed bestuur dicht bij de burger';
- Op deze manier krijgen lokale partijen via een onverwachte route meer invloed. De lokale partijen zijn bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen de grootste geworden (het totale aantal zetels in Nederland is sinds maart 2002 meer dan van het CDA). Dat moet gehonoreerd worden ook al hebben ze erg geprofiteerd van het Pim-Fortuyn-effect. Bovendien hoeven de nieuwe landelijke partijen (LPF, Leefbaar Nederland e.d.) dan niet meer vreselijk hun best te doen om zich ook regionaal te organiseren, maar moeten ze zich alleen lokaal organiseren of aansluiting zoeken bij lokale partijen (dichter naar de burger!);
- De PS zullen in dit voorstel een betere afspiegeling zijn van de politieke samenstelling binnen die provincie, omdat de opkomst hoger zal zijn en de lokale partijen mee mogen doen. De kandidaatstelling moet dan wel van onderop gebeuren en dan nog liever door de lokale leden, dan door de lokale besturen. Dit zal de lokale binding van PS-leden ongetwijfeld vergroten;
- Een verkiezing van de PS door de gemeenteraden zou ook recht doen aan de toenemende rol van de provincie als coördinator tussen gemeenten als het gaat om verkeer en vervoer, jeugdbeleid, waterbeleid, ruimtelijke ordening, herindelingen, etc.
Ook de provincie gaat ‘dualiseren’ vanaf volgend jaar. In de gemeenten zijn de verantwoordelijkheden van het college van B&W en de gemeenteraad sinds maart 2002 scherper verdeeld. Vanaf maart 2003 moet de provincie er ook aan geloven (wéér wordt een lokaal model gekopieerd naar het provinciale niveau). Hiermee zou het politieke debat weer meer terugkomen in de provincie en de statenleden kunnen en moeten dan weer meer naar de burgers toe. Ik zie dat niet zo gauw gebeuren. De provincie is bij uitstek een middenbestuur tussen gemeente en Rijk in, dat te ver van de dagelijkse beleving van de burger afstaat en het aan de andere kant volledig aflegt tegen de belangstelling voor de landelijke politiek. Het is een bestuurslaag die per definitie niet politiseert, waar de verschillen tussen de politieke partijen het kleinst zijn. Als middenbestuur is zij constant bemiddelend, faciliterend en coördinerend bezig. En dat hoort ook zo, maar dat appelleert niet aan de burgers. Laat dat middenbestuur dan ook gekozen worden door het lokale bestuur, dat wel regelmatig geconfronteerd wordt met de provincie. Dat zal pas echt een nieuwe impuls geven aan de zoektocht naar de plaats en taak van de provincie.
Door FJP
P.S. In de weken na het verschijnen van de column stond de volgende stelling op de WI-site:
"De Nederlandse burgers moeten niet lastig gevallen worden met provinciale verkiezingen"
De stemming daarover was als volgt verdeeld (bij 45 stemmers):
Ja, laten de gemeenteraden de provinciale staten maar kiezen (18%)
Ja, schaf de provinciale staten helemaal maar af (16%)
Nee, gewoon laten zoals het is (20%)
Nee, maar de provinciale politiek moet wel veranderen (47%)
De grote vraag blijft dan hóe die provinciale politiek moet veranderen om de provincie dichter bij de burger te brengen.
Reacties op 'Column: Provincie en burger'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.